Bezoek van koningin Juliana aan de Gerofabriek op 2 juni 1961
R.P.M. Rhoen
Koningin Juliana bracht op vrijdag 2 juni 1961 een werkbezoek aan de gemeente Zeist. Van 9.30 uur tot 17.30 uur verbleef zij binnen de gemeentegrenzen.
In het draaiboek stonden bezoeken gepland aan:
de speeltuin aan de Willem Arntszlaan in Den Dolder (9.45-10.10 uur),
de Nederlandse Optiek- en Instrumentenfabriek Dr. C.E. Bleeker N.V. aan de Thorbeckelaan (10.20-10.40 uur),
de Zeister Werkplaats aan de Johannes Postlaan (10.45-11.05 uur),
het raadhuis aan Het Rond (11.15-11.45 uur),
de Dieptetuin in het Valckenbosch,
de Gemeentelijke Technische School aan de Dijnselburgerlaan – waar ook de lunch zou worden gebruikt – (12.15-13.30 uur),
de Gerofabriek aan de Bergweg (13.33-14.00 uur),
het winkelcentrum in de wijk Hoge Dennen-Kerckebosch (14.15-14.20 uur),
de Evangelische Broedergemeente op het Broeder- en Zusterplein (14.30-15.15 uur) en
de Medische Pedagogische Inrichtingen Zonnehuis Veldheim-Stenia aan de Utrechtseweg (aankomst 15.30 uur).
Het weer was niet het zomerse weer dat men begin juni mag verwachten. Het was een bewolkte dag, er stond een koud briesje en het was maximaal 15°. Tot half vijf was het droog en daarna begon het te regenen.
Bij de ontvangst in het raadhuis hield burgemeester Korthals Altes een toespraak tot de koningin, waarin hij onder meer op de Zeister zilverindustrie wees, die Zeist deftigheid en faam gaf. De burgemeester noemde Zeist een deftig dorp, daaraan toevoegend: ‘Die titel werd wel enigszins een “odium”. Het “deftige” en het “dorpse” zijn beide geen eigenschappen die in de hedendaagse wereld bij uitstek goed “doen”.’ Hij vervolgde: ‘Bleef er dan ook nog iets van het “deftige” over in deze gemeente, die in een halve eeuw van nog geen 10.000 tot ruim 53.000 inwoners groeide en waar thans een groot deel van de bevolking in fabrieken, laboratoria en kantoren werkt? Ik geloof te kunnen zeggen, dat in de soort en kwaliteit van onze bedrijven wel iets van de oude sfeer is bewaard. Een hoogwaardige optische instrumentenfabriek en een groot aantal fabrieken op het gebied van zilveren en verzilverde gebruiksvoorwerpen gaven Zeist naam ver over de landsgrenzen.’ Aan het eind van zijn toespraak bood hij de koninklijke bezoekster een zilveren sigarettendoos als geschenk aan - het was publiekelijk bekend dat zij rookte -, daarbij opmerkend ‘een product van de Zeister zilverindustrie’. Deze doos waarop het gemeentewapen van Zeist prijkt, kwam uit de fabriek van Van Kempen & Begeer aan de Karpervijver.
Met een kwartier vertraging werd het bezoek daarna voortgezet. De koningin kwam iets later in de open hofauto - een Rolls Royce, bouwjaar 1956, met het kenteken AA 58 (in 2002 door kroonprins Willem-Alexander en prinses Maxima gebruikt als trouwauto) - aan bij de Gerofabriek dan dat in het draaiboek stond. Gero was in die tijd het grootste bedrijf in de gemeente Zeist.
Op 1 mei had de burgemeester het aanstaande bezoek aan de gemeente Zeist bekend gemaakt, maar het programma stond nog niet vast. De geruchten over het koninklijk bezoek aan de Gero begonnen medio mei rond te zingen. In die twee volgende weken werd er geschrobd, geboend, geveegd, glazen gewassen, geschilderd en getimmerd. Alles blonk en glom op 2 juni dat het een lust was voor het oog.
Bij de fabrieksingang en langs een deel van de Prins Alexanderweg had zich een groot publiek verzameld. Toen de koningin arriveerde zei een rasechte Zeistenaar: ‘Da-hei-je-Ze!’. Prietpraat van kinderen uit het publiek: ‘Is dàt nou de koningin? Dat is óók maar een gewone mevrouw!’ En ‘Mamma, de koningin en vier koningen’.
De koningin met haar gevolg - daartoe behoorden mevrouw L.A.J. barones de Smeth-van Pallandt (hofdame), mr. J. van de Hoeven (particulier secretaris van de koningin), mr. C.Th.E. graaf van Lynden van Sandenburgh (commissaris van de koningin in Utrecht) en mr. A.P. Korthals Altes (burgemeester) - werd bij de ingang van de Gerofabriek opgewacht door de heer H. Zeiler (commercieel directeur). ‘Majesteit, ik heet U van harte welkom bij dit bezoek aan ons bedrijf. Wij beschouwen het als een groot voorrecht dat U ons komt bezoeken.’ Met deze woorden begroette Zeiler de koningin.
Daarna bood zijn zevenjarig dochtertje Amy een bouquet goudgele rozen samengebonden met een oranje lint aan. Vervolgens stelde Zeiler de heren ir. P.P. van Beek (technisch directeur), drs. J. Hendriks (economisch directeur) en J. Simonis (onderdirecteur) aan haar voor.
De drie directeuren verzorgden de rondgang. Van Beek was aangewezen om haar op de perserij rond te leiden en haar vragen te beantwoorden. Op die afdeling werd met het bezoek gestart. Alle persers en hakkers zaten keurig achter hun machines. Op de perserij stonden enorme excenter- en frictiepersen, die oorverdovend lawaai maakten. Met die machines werden de verschillende artikelen in model gestampt. Het lawaai hinderde de koningin niet om in die ruimte rond te lopen en meerdere vragen te stellen.
Vervolgens ging het gezelschap op weg naar de graveerafdeling, een afdeling met minder lawaai, om het graveren van de zo belangrijke stempels te bekijken.
De graveerafdeling was in een ander gebouw ondergebracht en het gezelschap moest daarvoor naar buiten. Aan weerskanten van de ‘Gerostraat’ stonden de 1.100 personeelsleden op de speciaal voor die dag opgerichte tribunes. Uit de Gerofabriek in Nieuw-Weerdinge was een afvaardiging van 42 man overgekomen. De 12½-, 25- en 40-jarige jubilarissen vormden een erehaag. Daarbij begroette zij persoonlijk de heer W. van Dijk met een dienstverband van 49 jaar. De totaal verraste Van Dijk kreeg zelfs een handdruk van de koningin. Een groep gepensioneerden was schriftelijk uitgenodigd en zat eveneens langs de route. ‘Onze Koningin bij onze Gerofabriek.’ Al waren ze gepensioneerd, zij voelden zich toch één met de Gerofabriek.
In de graveerafdeling was Hendriks met de rondleiding belast. Op die afdeling was in verband met de rust meer gelegenheid tot het stellen vragen en het geven van uitleg. De graveurs zaten achter hun tafels. Ze hadden duidelijke instructies gekregen. Zo mochten ze niet omkijken. Zij zaten in verband met de opstelling van hun werkplekken met de rug naar het hoge bezoek. Ondanks die waarschuwing wierpen zij af en toe toch een schuine blik omhoog om een glimp op te vangen van de koningin.
Men was geïnstrueerd om niet het gesprek te beginnen. Graveur T.A. Snijders merkte daar jaren later in een interview over op dat de graveurs onderling hadden afgesproken dat op de vraag: ‘Wat is dat?’, zij zouden antwoorden: ‘Een microscopicifiliecovalcanoniosisch instrument’. De loep om het fijne werk goed te kunnen zien.
In deze afdeling stonden tafels waarop de werkstukken van de leerlingen van de Mebetelschool, een vakschool van de fabriek waar graveurs, stempelmakers, draaiers en fijnbankwerkers werden opgeleid, lagen uitgestald. Ook hiervoor had zij zeer veel belangstelling.
Toen de koningin op de graveerafdeling was, dromden buiten het publiek samen voor de ramen van de afdeling om een glimp van haar op te vangen.
In de Museumkamer werd de koningin rondgeleid door R. Hamstra. Hij gaf aan de hand van de bescheiden collectie oude voorwerpen een overzicht van de eeuwenoude geschiedenis van het tafelbestek. Een onderwerp waarin de koninklijke bezoekster zeer geïnteresseerd was. Zeiler: ‘Uitvoerig liet de Koningin zich voorlichten omtrent de historische ontwikkeling van het mes, waarbij zij opmerkte dat dit haar man zeer zou interesseren’. Hendriks zei het iets populairder: ‘Hier kwam de koningin pas goed los’.
Als laatste werd de toonkamer bezocht. Hier werd de gelegenheid genomen om aan de koningin allerlei bedrijfsinformatie over onder andere exportgebieden, afzetstructuur en vormgeving van de producten te verstrekken. Met belangstelling bekeek ze de expositie van de diverse Gero-artikelen.
Toen de ingeruimde tijd voor het bezoek bijna om was nam Hendriks het woord en zei: ‘Majesteit, mag ik bij het beëindigen van dit bezoek enkele woorden tot U richten om onze erkentelijkheid te betuigen voor de aandacht die U aan onze Gerofabriek hebt willen geven. Bij de rondgang door de historische tentoonstelling hebt U kunnen zien dat wij gepoogd hebben de cultuur van de eetgewoonten na te vorsen door een aantal bijzondere voorwerpen op dat gebied te bewaren of te copiëren. Wij willen onze dank uitspreken en dit onderstrepen met een stoffelijke blijk van hulde dat ook voor U de herinnering aan dit bezoek zal bewaren. Wij willen dit doen, gedeeltelijk terugtastend op de historie en gedeeltelijk ons weer verplaatsend in het heden. Uit de historie mag ik U aanbieden een serveerstel naar het model dat indertijd aan het Hof van Karel V werd gebruikt. Maar behalve dat U onze Vorstin bent en belangstelling hebt voor eetgewoonten die toen in gebruik waren aan het Keizerlijk Hof, bent U ook Huisvrouw; Huisvrouw in het heden. En mijn collega Zeiler zal U van het Hof van Karel V terugvoeren naar de eetgewoonten van 1961.’
In aansluiting hierop overhandigde Zeiler de koningin een etui met tafelcouvert en mes met het toen juist uitgekomen couvertmodel ‘Elegance’ in Gero Zilvium, een ontwerp van Georg Nilsson. De geschenken werden aangeboden in witleren etuis, de serveerset op rood gedrapeerde velours, het couvert op blauw, samen de Nederlandse driekleur vormend. Bij de geschenken hoorde een door de drie directeuren ondertekende oorkonde.
Op uitnodiging tekende koningin Juliana het receptieboek, dat ooit door Hamstra vervaardigd was. Zij was vol bewondering voor dit boek met zijn perkamenten omslag en de hand-gekalligrafeerde pagina’s.
Uitgezwaaid door alle Geromedewerkers en het applaudisserend publiek zette koningin Juliana haar werkbezoek aan de gemeente Zeist voort.
Het bezoek van koningin Juliana werd in het tv-journaal getoond. Flitsen van het binnengaan van de Museumkamer, waar schitterende zilveren voorwerpen even een indruk gaven van pracht en praal. De overhandiging van het geschenk door de heer Hendriks, de graveerafdeling en de volle tribunes. In een andere aflevering de versierde Gero-fabrieksgevel en de rondgang door de perserij.
Met dank en bronvermelding
Dank aan dhr. E. van Tellingen te Zeist, bestuurslid van de Stichting De Zilver-Kamer, voor het beschikbaar stellen van de speciale uitgave van Onder de toren, het personeelsblad van de Gero te Zeist-Emmen, ter gelegenheid van het werkbezoek van koningin Juliana op 2 juni 1961.
Dank gaat eveneens uit naar dhr. G.H.L. Zweekhorst, hoofd Zilverkamer van de Dienst van het Koninklijk Huis.
Verder is er gebruik gemaakt van de Nieuwe Zeister Courant, de Zeister Nieuwsbode en het boek Gerowerkers, Persoonlijke herinneringen Gero Zeist (pag. 109/110; Meppel, 2011).