Exclusieve gemeentepenning uit 1958

Een tweezijdig fraai versierd metalen plaatje

R.P.M. Rhoen

Stichting De Zilver-Kamer ontving op 7 juli 2020 als schenking van de heer P. de Vries te Vriescheloo - van 1958 tot 1968 werkzaam als graveur bij Gerritsen & Van Kempen/Van Kempen & Begeer - eerst als staalgraveur en vanaf 1963 als chef-graveur - zes afdrukken van stempels van verschillend formaat uit de zilverfabriek aan de Karpervijver. Een van deze afdrukken is een op koper afgedrukte stempel van de gemeentepenning van Zeist van 1958. Aanleiding om iets over de geschiedenis van deze erepenning en de ontwikkeling van het gemeentelijke decoratiestelsel te vertellen.

Een eervolle beloning in de vorm van een penning

Penningen zijn kleine gedenktekens van metaal en meestal rond. De ‘Dikke van Dale’ omschrijft een penning als: geslagen, gegraveerd, gedreven of in reliëf gegoten, tweezijdig versierd metalen plaatje. Oorspronkelijk was een penning een zilveren geldstuk. Rond 1600 noemde men in Nederland een koperen munt penning. Tegenwoordig is er een groot verschil tussen de termen ‘munt’ en ‘penning’.

Men kent allerlei soorten penningen, bijvoorbeeld historiepenningen, inhuldigingspenningen en familiepenningen. Zij worden bij speciale gelegenheden uitgegeven. Dit zijn voorbeelden van gedenkpenningen. Grote gedenkpenningen zonder oogje en bestemd om in een etui te liggen worden legpenning genoemd. Een gedenkpenning wordt ook wel eremedaille genoemd. Ze worden uitgereikt als prijs of beloning; bijvoorbeeld als prijs op een tentoonstelling of als beloning voor bijzondere verdiensten.

De bekendste eremedailles in ons land zijn waarschijnlijk de eremedailles verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau. Sinds de herziening in 1994 van het decoratiestelsel worden ze niet meer uitgereikt. De onderscheiding werd verleend bij een door de koningin getekend Koninklijk Besluit.

Subsidie voor aanschaf medailles

Organisatoren van evenementen stelden het - en stellen het nog steeds - op prijs om prijzen uit te loven die door het gemeentebestuur en particulieren beschikbaar waren c.q. zijn gesteld. Een zekere vorm van sponsoring. Met de groei van de bevolking van Zeist aan het eind van de negentiende en begin twintigste eeuw (aantal inwoners 1890: 7.004; 1900: 8.939; 1910: 13.076) namen ook de evenementen en verenigingen in aantal toe. Steeds vaker werden belangrijke sportwedstrijden en tentoonstellingen georganiseerd. De verzoeken aan het gemeentebestuur om een medaille als prijs beschikbaar te stellen namen daarmee eveneens toe. Tussen 1900 en 1914 bereikten de gemeenteraad tien verzoeken, waarop ook positief werd beschikt. Het gemeentebestuur wilde de organisatoren van belangrijke evenementen op deze wijze ondersteunen.

1914 — ‘Eeremedaille der gemeente Zeist’

Om de medailles die beschikbaar werden gesteld meerwaarde te geven schafte de gemeente Zeist in 1914 een eigen gemeentestempel aan. Het ontwerp was van de ‘Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken voorheen J.A.A. Gerritsen’ in Zeist.

Het ontwerp van de voorzijde van de medaille die tot 1958 werd uitgereikt, bleef altijd gelijk. Wel werd als gevolg van de invoering van de Eerste Nederlandse Spellingswet van 1947 het woord ‘ere’ niet meer met twee e’s geschreven.

De afbeelding op de keerzijde was wel wisselend. Er zijn vier varianten bekend: een ster met een stralenkrans en een lauriertak met ruimte voor een inscriptie (catalogusnummer 71), een gekroond, blanco schild omgeven door een stralenkrans (catalogusnummer 514), een decoratierand van lauwerbladeren (catalogusnummer 191) en de decoratieve rand als op de hierna afgebeelde penning.


Beschrijving gedenkpenning — Een ronde penning, middellijn 50 millimeter, dikte 3 millimeter, gewicht 39 gram, met aan de voorzijde in reliëf een naar links gewend zittende vrouwenfiguur (Piëtas), gekleed in een klassiek Grieks-Romeins gewaad, die met haar linkerhand een wapenschild met het wapen van de gemeente Zeist vasthoudt en in haar rechterhand een lauwerkrans die zij boven het raadhuis van Zeist houdt. Achter de torenspits van het raadhuis een stralenkrans van de zon of corona. Met het opschrift ‘EEREMEDAILLE | DER | GEMEENTE | ZEIST’. Op de keerzijde een decoratierand van lauwerbladeren met ruimte voor een inscriptie.
Ontwerp — Toegeschreven aan Hermann Thierer (Stuttgart, Duitsland 1882-1953).

Ondanks dat sinds 1914 meer dan honderd eremedailles beschikbaar zijn gesteld, is slechts van drie eremedailles de verblijfplaats bekend (1935, 1948, 1953). De op 2 maart 1948 eremedaille uitgereikt aan J.H. Steenbeek (1884-1975) als voorzitter van de jubilerende Bond van Lichamelijke Opvoeding Zeist (B.L.O.Z.) bevindt zich sinds 2013 in de collectie van Stichting De Zilver-Kamer.

1958 — ‘Erepenning der gemeente Zeist’

Burgemeester en wethouders besloten in hun vergadering op 8 juli 1958 aan dr. W. Snelleman (1893-1962) ter gelegenheid van diens afscheid als rector van het Christelijk Lyceum een legpenning aan te bieden. Tot 1958 sprak men over medailles en daarna werd het woord penning gebruikt.

Door de N.V. Koninklijke Nederlandse Fabriek van gouden en zilveren werken Gerritsen en Van Kempen in Zeist werd een nieuwe erepenning ontworpen. In de B&W-vergadering van 7 oktober werd het definitieve ontwerp goedgekeurd. Op 16 december werd de nieuwe erepenning uitgereikt.

De kosten voor de nieuwe gemeentestempel plus een verzilverde en een bronzen modelpenning bedroegen 390 gulden. Aan dr. Snelleman werd een zilveren met de hand gegraveerde erepenning uitgereikt.

Over de oude gemeentestempel werd met geen woord gerept.

De toekenning aan Snelleman moet niet gezien worden als een gelegenheidstoekenning, maar - zonder dat dit als zodanig is vastgelegd - als nieuw beleid om personen te eren, die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de gemeente.

Erepenning uitgereikt aan mr. H.B. van Rhijn (1900-1981) in 1978. Particuliere collectie.

Beschrijving erepenning/legpenning — Een ronde penning, middellijn 60 millimeter, dikte 4 millimeter, gewicht 82 gram, met aan de voorzijde in reliëf gecentreerd het wapen van de gemeente Zeist in een rococoschild in een krans van zestien bloemen en een krans van zestien bomen, gescheiden door een tandrad. Op de keerzijde in een krans van laurierbladen het randschrift EREPENNING | GEMEENTE ZEIST en ruimte voor een inscriptie.
Ontwerper — Onbekend
Aantekening — Het gemeentewapen - een schild van zilver met aan de onderzijde gekanteeld schildhoofd van zwart - is op de penning niet correct weergegeven.

Er werden geen verleningsgronden geformuleerd. Uit de reden die bij de toekenning werd opgegeven ziet men dat als criterium gold de grote verdiensten voor de plaatselijke gemeenschap of de uitnemende diensten aan de gemeente Zeist bewezen.

Deze onderscheiding kende officieel geen gradaties. Toch werden tussen 1958-1978 gouden, verguld zilveren en zilveren erepenningen verleend. Dat was uitsluitend een criterium op financiële gronden.

In een notitie uit 1976 aan de wethouders schreef burgemeester Stolk (1968-1979) dat tot dan slechts bij wijze van hoge uitzondering de uitermate kostbare gouden erepenning was toegekend (kosten in 1965 675 gulden; in 1968 1585 gulden; in 1973 2888,32 gulden, Rh.). Als de penning niet van goud, maar bijvoorbeeld van verguld zilver werd vervaardigd, zou veel vaker de erepenning kunnen worden toegekend. Hij verwees naar veel andere gemeenten waar een dergelijke werkwijze heel gebruikelijk was. ‘De gemeentelijke waardering is dan tastbaar gemaakt; voor de betrokkene is het een fraaie en duurzame herinnering aan het gemeentelijk werk, waar hij of zij zich voor heeft ingezet’, aldus de burgemeester. Hij vond het spijtig dat daar vroeger niet toe was besloten. Er zouden zonder twijfel meer personen voor in aanmerking zijn gebracht. Hij hoopte dat in de toekomst meer personen gedecoreerd zouden worden. Uit deze notitie van burgemeester Stolk blijkt dat hij niet wist dat de erepenning die in 1958 was uitgereikt een zilveren zilver was.

Stolk had wel gelijk toen hij schreef dat het een kostbare aangelegenheid was. In 1973 nam gemeentesecretaris A.P. Timmer (1908-1984) afscheid. Bij die gelegenheid ontving hij een gouden erepenning. In zijn afscheidsspeech zei hij hierover het volgende: ‘Ik ben erg blij met deze erepenning, die uit een edel metaal bestaat en derhalve blijvende waarde heeft. Ik heb een beetje medelijden met de heer Van Mastrigt (wethouder Van Mastrigt beheerde de portefeuille financiën, Rh.) Ik zou hem dit hebben afgeraden. Ik heb me ook nog wel eens een beetje met de financiën bemoeid. Alles tegenover elkaar afwegend zou ik hebben gezegd, dat dit nu echt te duur is. Wij hebben een begroting, die er heel slecht uitziet en de volgende begroting wordt nog slechter. Het is echt niet verantwoord om aan een man bij zijn afscheid zo’n duur cadeau te geven. Ik heb zo’n beetje een idee, wat dit kost en ik ben ervan overtuigd, dat de begrotingspost, waaruit dit wordt betaald straks er behoorlijk gehavend zal uitzien.

Het college had niet bepaald van welk edelmetaal de penning was. In 1958, 1977 en 1978 werden zilveren exemplaren uitgereikt, in 1965 een gouden en in 1976 een verguld zilveren. Nadat in 1976 was besloten verguld zilveren penningen uit te reiken, werden in 1977 en 1978 toch zilveren penningen uitgereikt. In 1977 niet maar wel in 1978 werd deze beslissing wel gemotiveerd. Het college van B&W wenste namelijk de gemeenteraad een voorstel voor te leggen tot vaststelling van een verordening op de gemeentelijke onderscheidingen en daarin was sprake van een zilveren erepenning. Vooruitlopend op het raadsbesluit besloot men tot een zilveren penning.

1968 — Voor de scheidende burgemeester

In 1968 bereikte burgemeester Korthals Altes de pensioengerechtigde leeftijd. Het gemeentebestuur liet om de vertrekkende burgemeester te eren een nieuwe penning ontwerpen.

De nieuwe penning werd door locoburgemeester Scheps tijdens de buitengewone raadsvergadering op 29 april 1968 aan de scheidende burgemeester uitgereikt. Bij de uitreiking zei Scheps: ‘Dan komt vanzelf de vraag, hoe men een woord blijvend gestalte kan geven. Want het woord van een mens vervliegt en het is zeer vluchtig. En u zoekt toch altijd weer een woord vast te houden. Daarom hebben wij gezegd dat wij burgemeester Korthals Altes iets moesten geven, waardoor iets van de woorden, die ik namens de raad spreken mocht, vastgehouden blijft. En wat konden wij beter doen dan al uw arbeid in twee gebouwen symboliseren, in het Slot, en ik heb een poging gedaan iets van de betekenis daarvan in het kort te schetsen, en in het gebouw, waarin wij steeds vergaderen, het gemeentehuis van Zeist. Wij hebben gepoogd iets te vinden, dat uitdrukking gaf op een wat officiële wijze, en daarom wordt mijn woord daarmee vergezeld.’ Hier legt hij de symboliek uit van de symbolen die op de voor- en keerzijde van de penning staan. Hij besloot zijn speech in voor hem zo karakteristieke bewoordingen: ‘Mogen de jaren, die u nog gegeven zijn, dit bevestigen en moge dat licht voor u schijnen, gans uw tijd. Met dit woord moge ik, burgemeester, u namens de raad dit geschenk overhandigen, opdat u daarin moge vinden een verklaring van mijn woord, dat te kort schoot om het zuiver te kunnen zeggen; de glans hiervan moge het voor mij doen.’ Het moge duidelijk zijn dat hij hier doelt op de glans van het goud.

Burgemeester mr. Korthals Altes (1903-1984).

In zijn dankwoord zei burgemeester Korthals Altes: ‘Ik ben zeer dankbaar voor de gouden plaquette, met aan de ene zijde het gemeentehuis en aan de andere zijden het Slot. Het gemeentehuis is het symbool van onze eenheid en het Slot is bepalend voor de planologische opbouw van de gemeente en vertegenwoordigt een unieke historische waarde.

De legpenning, ontworpen door N.V. Koninklijke Begeer Voorschoten, is 70 millimeter in diameter. De penning heeft een dubbele rand aan beide zijden. De voorzijde vertoont het raadhuis van Zeist met ruimte voor inscriptie. De keerzijde vertoont het Slot van Zeist en het gemeentewapen van Zeist met eveneens ruimte voor inscriptie. Op de voorzijde staan de initialen WB, deze staan voor Willem Biesheuvel (?-?).

Deze penning is twee keer in goud (14-karaats; 585/1000) toegekend; in 1968 en in 1973. In beide gevallen werd op de voorzijde de naam van de decorandus vermeld, op de keerzijde kwam de reden van decoratie te staan en op de zijkant, ook wel aangeduid als buitenrand, werd de datum van de vervulling van de functie van de decorandus vermeld.

Verwarring alom

De gemeente Zeist bezat sinds 1968 dus twee modellen erepenningen. Dit gaf diverse malen aanleiding tot verwarring.

In 1976 offreerde NV Koninklijke Begeer Voorschoten penningen van verschillende materialen. In de opdrachtbrief van 15 april van de gemeente Zeist werd opdracht gegeven tot levering van een verguld zilveren legpenning van 70 millimeter volgens het ontwerp uit 1968, want in deze brief is sprake van de zijde met het beeld van het raadhuis en van de zijde met het beeld van Het Slot. Een week later, op 22 april, werd de opdracht gewijzigd. Nu werd een verguld zilveren legpenning van 60 millimeter besteld en alle tekst moest samen op de keerzijde komen te staan. Dit was een penning volgens het model uit 1958. Waarom plotseling weer werd teruggegrepen op dit ontwerp wordt niet gemotiveerd.

De volgende keer dat aan Koninklijke Begeer opdracht werd gegeven een penning te leveren, was op 18 november 1977. In deze opdracht wordt weer gesproken over de zijde met het beeld van het raadhuis en van de zijde met het beeld van het Slot; dus volgens het model uit 1968. De diameter van de penning die besteld werd, was 60 millimeter en niet 70 millimeter, zoals gebruikelijk bij dat model. De decorandus ontving echter een penning volgens het model uit 1958.

De laatste keer dat een erepenning werd toegekend voordat deze kwestie in een verordening werd geregeld, was in 1978. Toen werd een penning besteld volgens het oude model uit 1958.

De decorandi

De erepenning werd gedurende twintig jaar maar zeven keer toegekend en wel aan:

  1. 1958Dr. W. Snelleman, bij zijn afscheid als rector van het Christelijk Lyceum (zilver);
  2. 1965Ir. A.F.C. de Pont, ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag op grond van zijn grote verdiensten voor de plaatselijke gemeenschap (goud; 60 millimeter; volgens het model uit 1958);
  3. 1968Mr. A.P. Korthals Altes, bij zijn afscheid als burgemeester als dank voor de uitnemende diensten de gemeente Zeist bewezen (goud; 70 millimeter);
  4. 1973A.P. Timmer, bij zijn afscheid als gemeentesecretaris als dank voor de uitnemende diensten de gemeente Zeist bewezen (goud; 14-karaats; 70 millimeter; volgens het model uit 1968);
  5. 1976C.J. van Mastrigt, bij zijn afscheid als wethouder (verguld zilver; 60 millimeter; volgens het model uit 1958);
  6. 1977Drs. P.W. van der Heide, bij het neerleggen van het voorzitterschap van het algemeen bestuur van de Stichting Zeister Algemeen Ziekenhuis (zilver; 60 millimeter; volgens het model uit 1958) en
  7. 1978Mr. H.B. van Rhijn, bij het neerleggen van het voorzitterschap van de Oranje Vereniging Zeist als blijk van waardering en dankbaarheid voor uitnemende verdiensten jegens de gemeente en haar inwoners (zilver; 60 millimeter; volgens het model uit 1958). Afgebeeld op pagina 3.

Tot 1979 werd de erepenning niet alleen als onderscheidingsteken voor personen, die zich voor de gemeente bijzonder verdienstelijk hadden gemaakt, maar ook als prijs bij verschillende evenementen, bijvoorbeeld kastelentochten met antieke rijtuigen, muziekconcoursen, vogeltentoonstellingen, bloemententoonstellingen en voortuinkeuringen. Deze penningen waren wel van een goedkoper metaal. Men sprak dan wel weer over medailles.

1979 — ‘Haar uitnemende burger’

Het feit dat de erepenning niet expliciet was voorbehouden als onderscheidingsteken voor personen die zich voor de gemeente bijzonder verdienstelijk hadden gemaakt - maar ook als ereprijs werd uitgereikt - deed het college van B&W besluiten een voorstel aan de raad te doen. Enkele jaren van discussie gingen hieraan vooraf. Vooral het formuleren van duidelijke normen voor de toekenning was binnen het college een heikel punt.

De Erepenning van de gemeente Zeist werd op 5 februari 1979 officieel door de gemeenteraad ingesteld. De Erepenning wordt toegekend aan personen en rechtspersonen die zich op verschillende terreinen van het Zeister maatschappelijk leven langdurig en op bijzondere wijze hebben ingezet. In de Verordening regelende de instelling en de toekenning van de erepenning der gemeente Zeist nader omschreven:

In 1995 zijn de criteria nader gepreciseerd.

Aan burgemeester mr. dr. A.A.H. Stolk (1968-1979) werd bij zijn afscheid als burgemeester op 24 april 1979 het eerste exemplaar van de Erepenning uitgereikt.

Erepenning 1979.

Beschrijving Erepenning/legpenning — De ronde penning is uit zilver vervaardigd, het zilvergehalte is 925/1000, heeft een middellijn van 60 millimeter, een dikte van 2½ millimeter en een gewicht van 85 gram. Is geslagen in massief, artistieke geoxideerde uitvoering. De penning vertoont aan de voorzijde in reliëf het wapen van de gemeente Zeist, bomen en bloemen. Met het randschrift 'GEMEENTE | ZEIST'. Op de keerzijde het randschrift 'EREPENNING DER GEMEENTE ZEIST' en centraal rechtlijnig 'AANGEBODEN AAN'.
Geslagen — Koninklijke Begeer b.v. te Zoetermeer.
Ontwerp — Henk (H.J.H.) van Bommel (1938).

Bronnen

R.P.M. Rhoen, Van eremedaille tot exclusieve onderscheiding. De geschiedenis van de erepenningen van de gemeente Zeist. Seijst. Jrg. 36,nr. 2 (2006) p. 31-45.
R.P.M. Rhoen, Inventaris van de penningencollectie van het Gemeentearchief Zeist (Zeist, 2006).

Zandkussen en burijnen, het gereedschap van de graveur.