Zilveren PAX-lepel, circa 1911

N.V. Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken voorheen J.A.A. Gerritsen

R.P.M. Rhoen

Foto 139 in de catalogus ‘Zilverwerken’ van de N.V. ‘Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken voorheen J.A.A. Gerritsen’ circa 1911.


In de catalogus ‘Zilverwerken’ uit circa 1911 van de N.V. ‘Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken voorheen J.A.A. Gerritsen’ staan op foto 139 drie haast identieke lepels afgebeeld. De inhoudsopgave noemt deze lepels zowel ‘Sierlepels’ als ‘Vredeslepels’.

De lepels hebben een gevlochten steel. Op het steel uiteinde het kleine rijkswapen, bestaande uit het wapenschild met de koninklijke kroon. Op het schild een gekroonde klimmende heraldische leeuw, met in zijn rechter klauw een opgeheven zwaard en zijn linkerklauw een bundel pijlen. Onder het schild staat in een banderol het opschrift ‘Nederland’.

In de ovale bak staat links de vredesengel met opgeheven linkerarm en in de rechterhand houdt zij net als Vrouwe Justitia een zwaard om de van rechts aankomende bewapende ruiter tot stoppen te bedwingen. Tussen beide figuren de opkomende zon met een stralenkrans met in de zon het woord PAX.

Het kapsel van de engel is geïnspireerd op de haarmode van vrouwen aan het begin van de twintigste eeuw. Het is volumineus en het lange haar is in een nekknot gebonden.

De drie lepels ogen identiek maar toch verschillen ze op zes plekken. Dat ze in drie groottes zijn gemaakt, valt in het oog: 1VL is de kleinste uitvoering, 2VL de middelste en 3VL de grootste. Onder de foto staat dat de lepels op ware grootte zijn afgebeeld. Bij het nameten krijgt men: 1VL 112 mm, 2VL 126 mm en 3VL 204 mm.

De anonieme ontwerper heeft gespeeld met de verbinding van de stelen met de bak en met de banderol aan het steeluiteinde. Die zijn in detail van elke steel anders. Het meest duidelijk is dit te zien bij de aansluiting van de steel met de bak van 3VL . Daarin is een cherubijntje - hoofdje met twee vleugeltjes - verwerkt.

In 1899 werd de Eerste Vredesconferentie van Den Haag gehouden en in 1907 de Tweede Vredesconferentie van Den Haag. Op de Eerste Vredesconferentie werd besloten tot de oprichting van het Permanent Hof van Arbitrage. Om het Hof te huisvesten werd het Vredespaleis gebouwd. In 1907 werd symbolisch de eerste steen voor het paleis gelegd. In 1913 werd het Vredespaleis officieel door koningin Wilhelmina geopend. De symboliek in de bak is gebaseerd op de vredesbeweging op regeringsniveau die leidde tot de oprichting van het Permanent Hof van Arbitrage. Het zwaard staat voor gerechtigheid en verwijst naar het Hof.

Er kan haast geen twijfel over bestaan dat Gerritsen deze gelegenheidslepels ontwierp als herinnering aan de Haagse Vredesconferenties, de oprichting van het Permanent Hof van Arbitrage en de bouw van het Vredespaleis. Het is immers een typische Nederlandse gewoonte om van lepels kleine monumentjes te maken als een herinnerings- en gelegenheidsvoorwerp bij bijvoorbeeld geboorte, huwelijk en ambtsjubilea of historische gebeurtenissen

Een advertentie in een tijdschrift of krant voor de Vredeslepels of een krantenbericht over de lepels is niet bekend. De lepels zitten niet in de collecties van het Rijksmuseum, het Nederlands Zilvermuseum en het Vredespaleis. De conservators van deze instellingen herkennen de lepels ook niet.

Omdat de verblijfplaats van geen enkele Vredeslepel bekend is, bestaat het vermoeden dat de modellen in gips zijn. Het zou niet de eerste keer zijn dat de firma Gerritsen op deze manier werkte. In 1897 ontwierp Lambertus Franciscus Edema van der Tuuk (1872-1942) voor Gerritsen een inhuldigingsplaquette bij gelegenheid van de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898. Het eerste ontwerp was in gips uitgevoerd.

Door het model te publiceren kon men zien of er belangstelling voor de Vredeslepels bestond.

De catalogus is te bekijken op de site van de ZilverKamer, in twee delen:
deel 1 tot pagina 73 en deel 2 vanaf pagina 73