Veertien borstbeelden van het Huis Oranje-Nassau op penningen en theelepeltjes
R.P.M. Rhoen
In 1898 werd op de leeftijd van 18 jaar Wilhelmina ingehuldigd als koningin. In 1948 aanvaarde koningin Juliana het koningschap met de woorden ‘Wie ben ik dat ik dit doen mag’. In 2013 abdiceerde de 75-jarige koningin Beatrix vanuit de overtuiging dat de verantwoordelijkheid voor het land in handen van een nieuwe generatie moest liggen.
In 2023 respectievelijk 125, 75 en 10 jaar geleden. Een gelegenheid om aandacht aan het koningschap van deze drie vorstinnen te schenken te schenken en aan hun band met Zeist. In Slot Zeist is tot 29 januari 2024 de expositie ‘Zeister zilver voor drie vorstinnen’ te bezichtigen; een expositie georganiseerd door Stichting De ZilverKamer Zeist.
In de loop van de 19e eeuw groeide in Zeist de aanhankelijkheid voor het Huis Oranje-Nassau. Op allerlei wijzen werd die liefde voor het koningshuis getoond. In de viering van geboorten en verjaardagen, bij huwelijken en inhuldigingen en bij regeringsjubilea en uiteraard ook bij het overlijden van leden van de koninklijke familie. Daarnaast kwam de aanhankelijkheid tot uiting bij het geven van straatnamen en het planten van Oranjebomen.
Officiële en particuliere bezoeken van leden van de koninklijke familie aan Zeist sinds het midden van de achttiende eeuw zijn talrijk. In de antichambre - de voorkamer - kan de bezoeker hierover lezen.
In de Blauwe Zaal worden bruiklenen van de Koninklijke Verzamelingen en het Nederlands Zilvermuseum in Schoonhoven getoond. Deze voorwerpen werden vervaardigd in de zilverfabriek aan de Karpervijver op korte afstand van Slot Zeist. Zij tonen het vakmanschap dat de ‘Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken Gerritsen en Van Kempen’ in Zeist leverde. In de woorden van directeur Van Kempen uit 1940: ‘Vrijwel alles is handwerk, handwerk dat op een zeer hoog peil staat. Wij hebben ciseleurs, graveurs, monteurs, die ware meesters in hun vak zijn.’ De emailleurs kunnen hieraan worden toegevoegd. Het bewijs van Van Kempens uitspraak is in de vitrines te bewonderen. Topstukken zijn de twee grote zilveren plaquettes van J.C. Wienecke in lijsten van C.A. Lion Cachet uit de fabriek van Gerritsen & Van Kempen ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina in 1923.
In de Oranje Zaal trekt de oranje achterwand met memorabilia direct de aandacht. In deze ruimte vindt de bezoeker bruiklenen van onder andere Koninklijke Begeer|W. van Veluw BV en particulieren, samen met objecten uit de eigen collectie.
Penningenseries voor het eerst samen
Deze expositie brengt voorwerpen samen die normaal niet samen te bezichtigen zijn.
In een van de vitrines ligt een serie van veertien penningen met op de voorzijde de portretten en op de keerzijde de heraldische wapens van alle stadhouders en koningen en koninginnen tot aan Juliana. De ZilverKamer Zeist bezit één serie in zilver en één in brons van deze penningen met een diameter van 50 mm.
De penningen zijn voor Gerritsen & Van Kempen ontworpen door de bekende medailleur Johannes Cornelis Wienecke (1876-1945). Het is interessant te zien hoe een ontwerp op diverse wijzen te gebruiken is.
Uit een particulier collectie liggen hier ook bronzen penningen van de stadhouders met een diameter van 113 mm. In tegenstelling tot de penningen van 50 mm staat op de keerzijde geen afbeelding.
Dezelfde veertien portretten van de Oranjes zijn ook gebruikt voor een set theelepeltjes. Op het steeluiteinde zijn de beelden in een ovaal cartouche van 10 x 15 mm aangebracht. In de vitrine wordt deze set uit een particuliere collectie getoond in de originele blauwkleurige cassette. Het is het enige exemplaar dat ons bekend is.
Gerritsen & Van Kempen adverteerde met de lepeltjes in de omroepgidsen van de KRO en de NCRV van 22 december 1934 en in haar catalogus ‘Klein beginnen’ (te zien op de expositie).
Aan de wand hangen op een houten ondergrond twee bronzen plaquettes waarin dezelfde penningen zijn verwerkt. Links stadhouders en rechts de drie koningen, de twee regerende koninginnen, prins-gemaal Hendrik en prinses Juliana. Van elk is in kleiner formaat de penning met hun wapen aagebracht. Het hart van de plaquette met portretten van de stadhouders toont de prinsenkroon en op de ander de koningskroon. Het zijn unica en maken deel uit van de collectie van De ZilverKamer Zeist.
Gerritsen & Van Kempen bracht deze serie penningen uit in 1934. Twee mogelijke redenen voor deze emissie waren de 25ste verjaardag van prinses Juliana op 30 april en de herdenking van de 350ste sterfdag van Willem I van Oranje - bijgenaamd de Zwijger - op 10 juli.
Hiermee volgde Gerritsen & Van Kempen het voorbeeld van de Koninklijke Begeer die in 1930 bij gelegenheid van de 50ste verjaardag van koningin Wilhelmina een vergelijkbare serie van 24 penningen ontworpen door J.J. van Goor had gebracht. De stalen matrijs (moederstempel) van de penning met het borstbeeld van Frederica Louisa Wilhelmina van Pruisen (1774-1837), gemalin van koning Willem I, staat in diezelfde vitrine.
Beatrix-beker
Op de Beatrix-beker uit 1938 wordt de geschiedenis van Nederland op gelijke wijze verhaald als op de veertien penningen. Nederland wordt als een eenheidsstaat voorgesteld, maar dat werd Nederland pas tijdens de Bataafse Republiek (1795-1806). Maar de penningen zijn prachtig en voor enkele maanden samen te bewonderen op deze expositie waar Zeist trots op mag zijn.
Bronnen • Onder den Oranje boom. Nederlandse kunst en cultuur aan de Duitse vorstenhoven in de 17e en 18e eeuw, München 1999. • Johannes Cornelis Wienecke, 1872-1945: medailleur en stempelsnijder, Utrecht 2017. • www.delpher.nl • Wikipedia, de vrije encyclopedie