Twee gedenkpenningen van HIBIN

Uit de eigen collectie - Gedenkpenning van de Koninklijke Vereniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland (HIBIN)

R.P.M. Rhoen

Stichting De ZilverKamer Zeist heeft onder andere ten doel het aanleggen van een collectie van zilveren, verzilverde of van andere materialen vervaardigde voorwerpen, die ontworpen en/of gefabriceerd zijn in de gemeente Zeist.

Het accent lag vanaf de oprichting van de stichting in 2005 vooral op tafelbestek en schepwerk. Niet verwonderlijk voor een plaats met maar liefst drie bestekfabrieken en daarom weleens Het Solingen van het Sticht werd genoemd. In de collectie is intussen ook zilveren, verzilverd en tinnen servieswerk, zoals complete koffie- en theeserviezen, presenteerbladen, enzovoorts, opgenomen.

Een specialiteit van de Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken voorheen J.A.A. Gerritsen (opgericht 1903) - voortgezet als Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken Gerritsen en Van Kempen (1924) en Koninklijke Nederlandse Fabrieken van Gouden en Zilveren Werken Van Kempen en Begeer (1960) - was het ontwerpen en slaan van penningen en onderscheidingstekens.

Voorbeelden staan in het prachtige boekwerk ‘Album met afbeeldingen van Fantasie-Medailles, Kruisen, Distinctives, Insignes, Kegeltjes, Lauwerkransen, Laurier- en Eikentakken, Presidenthamers, Dirigeerstokken en Sportbekers’ uit maart 1922. (Het boek staat hier, op onze website.)

Het verwerven van penningen hoort dan ook tot de taak van de stichting. Zo konden in 2021 twee gedenkpenningen van de Koninklijke Vereniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland (HIBIN) aan de collectie worden toegevoegd. Een zilveren met lauwerkrans en een bronzen exemplaar. De zilveren penning werd op 1 mei 1939 uitgereikt. De bronzen draagt geen inscriptie.

Men kent allerlei soorten penningen, bijvoorbeeld historiepenningen, inhuldigingspenningen en familiepenningen. Zij worden bij speciale gelegenheden uitgegeven. Dit zijn zogenaamde gedenkpenningen. Grote gedenkpenningen zonder oogje en bestemd om in een etui te liggen worden legpenning genoemd. Deze penning van de HIBIN is een voorbeeld van een legpenning.

HIBIN brancheorganisatie van handelaren in bouwmaterialen

Op 27 april 1905 richtten zestien handelaren in bouwmaterialen in het Haagsche Koffiehuis op de Vredenburg in Utrecht de Vereeniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland op. Zij wilden zich beschermen tegen een buitenlands syndicaat van cementfabrikanten.

Anno 2022 omschrijft de HIBIN zichzelf als een dynamische organisatie voor de bouwtoelevering in Nederland. De Wijkse Courant noemt in haar uitgave van 4 april 2001 de HIBIN een schakel in de bouw tussen handelaren in bouwmaterialen en fabrikanten en importeurs.

Tot de statutenwijziging die in de Nederlandse Staatscourant van 16 januari 1940 werd gepubliceerd, was Utrecht de vestigingsplaats van de vereniging. Het secretariaat was sinds 1912 in Amsterdam gevestigd.

Het deftige café-restaurant Haagsche Koffiehuis op het Vredenburg te Utrecht, 1899-1905. Beeldbank Het Utrechts Archief, catalogusnummer 2643.

De lange verenigingsnaam evenals de afkorting V.v.H.i.B.i.N. waren niet praktisch. Daarom werden de laatste vijf letters van de afkorting samengevoegd tot één woord: HIBIN - ook wel geschreven als Hibin - de naam waaronder de vereniging algemeen bekend werd.

Het ledenaantal groeide snel. In 1912 werd de grens van honderd leden overschreden. Bij het 25-jarig bestaan in 1930 telde de vereniging 215 leden en bij het 50-jarig bestaan in 1955 650.
Als gevolg van concentratie in de branche nam het aantal ondernemingen en daarmee het aantal leden af. In 2005 toen de vereniging honderd jaar bestond, was het ledenaantal gedaald tot 164 leden met 330 vestigingen. In de volgende vijftien jaar zakte het aantal nog verder en wel tot 140, maar die samen wel bijna vijfhonderd vestigingen hebben.

De leden zijn landelijk werkende concerns met meer vestigingen, bedrijven met een of meer vestigingen die zijn aangesloten bij een inkoopvereniging en zelfstandige bedrijven met een of meer vestigingen. Daarnaast zijn er fabrikanten en importeurs aangesloten als buitengewone leden.

Bij gelegenheid van het honderdjarig bestaan in 2005 ontving de vereniging het predicaat Koninklijk: Koninklijke Vereniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland.

Groepsportret van de leden van de HIBIN op het Domplein te Utrecht tijdens een officiële ontvangst op 21 mei 1930 door het gemeentebestuur van Utrecht. De vereniging hield in Utrecht zijn zomervergadering en herdacht tevens zijn 25-jarig bestaan. Foto Vereenigde Fotobureaux, N.V. Beeldbank Het Utrechts Archief, catalogusnummer 69752.

De groei van de vereniging wordt weerspiegeld in de grootte van het kantoor aan de Amsterdamse Keizersgracht, waar de HIBIN in 1928 haar kantoor in het pand op nummer 13 had geopend. In 1939 werd het uitgebreid met het buurpand nummer 11. Beide panden werden grondig verbouwd en kregen een nieuwe voorgevel. In 1952 werden de panden nummer 7 en 9 erbij genomen als kantoor.

In 1988 werden de Amsterdamse grachtenpanden verlaten en een nieuw kantoorgebouw in Driebergen betrokken. Sinds 2020 is de HIBIN in Ede gevestigd.

Het kantoor Keizersgracht 7-9-11-13. Aquarel Jacques Moody (1924).


De verdienstenpenning en de gedenkpenning van de HIBIN

De HIBIN vierde in 1930 haar 25-jarig bestaan. Bij die gelegenheid werd op 21 mei aan voorzitter Johannes Antonius van Wijngaarden (1874-1957) voor zijn verdienste voor de vereniging vanaf haar oprichting een gouden penning uitgereikt. Hij was secretaris van 27 april 1905 tot 7 november 1917 en zittend voorzitter vanaf 7 november 1917.

Het ‘geheime’ besluit om Van Wijngaarden te eren met een gouden penning zal genomen zijn door het hoofdbestuur bestaande uit A.J. Appel, vicevoorzitter, J.W. van Tubergen, secretaris, W.G. Tesser, adjunct-secretaris, C. Stolle jr., penningmeester, en veertien bestuursleden.

J.A. van Wijngaarden (1874-1957), secretaris 1905-1917, voorzitter 1917-1946, erevoorzitter 1946-1957 van de HIBIN. Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (1938). Firmant van A. van Wijngaarden & Zonen te Rotterdam, opgericht 1838. Het geschilderd portret werd Van Wijngaarden in 1940 bij de viering van het 35-jarig bestaan van de HIBIN aangeboden. Het schilderij hing in de Grote Vergaderzaal op het kantoor op de Keizersgracht.

Het was een ad hoc-beslissing. Een reglement voor het verlenen van een HIBIN-decoratie bestond nog niet. In de in januari of februari 1931 gehouden wintervergadering van het algemene bestuur werd besloten een gedenkpenning in te stellen. Het reglement werd pas in de algemene vergadering op 20 januari 1932 vastgesteld. Daarin werd bepaald dat de gouden gedenkpenning door het hoofdbestuur kon worden toegekend aan personen die zich op zeer bijzondere wijze verdienstelijk hadden gemaakt voor de HIBIN. Er wordt wel gesproken over gedenkpenning maar verdienstenpenning zou een betere aanduiding zijn.

Een gedenkpenning is ter herinnering aan een memorabele gebeurtenis, zoals bij de HIBIN een zoveel jarig bestaan van de onderneming van een lid en een ambtsjubileum van een werknemer van een van de leden.

Dat de verlening van de gouden penning aan Van Wijngaarden in 1930 als de instelling van de gedenkpenning wordt gezien, is dan ook niet correct. Voor de gedenkpenning dient 1931 of 1932 aangehouden te worden.

Vanaf dat jaar werd aan leden bij hun 100-jarig bestaan de verguld zilveren gedenkpenning met lauwerkrans, aan leden bij hun 50-jarig bestaan de verguld zilveren gedenkpenning en aan personeel van leden bij hun 25-jarig dienstjubileum de zilveren gedenkpenning uitgereikt.
Omdat onder de leden de behoefte ontstond om werknemers met een langdurigere staat van dienst dan 25 jaar met een gedenkpenning te vereren, kwamen er meer gradaties door toevoeging van gradaties met lauwerkrans, terwijl ook de leden zelf vanwege hun jubileum als ondernemer de gedenkpenning konden ontvangen.

De lauwerkrans had dezelfde vorm en grootte als de lauwerkrans die op de keerzijde staat van de geboortepenning van prinses Beatrix uit 1938 van medailleur Johannes Cornelis Wienecke (1872-1945). De lauwerkrans was een los element bij de gedenkpenning. Binnen de ring van de krans lag de penning.

Het bevreemdt dat op bladzijde 418 in het ‘Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Vereeniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland (HIBIN)’ (1955) elf personen worden genoemd die tussen 1 mei 1925 en 6 januari 1932 een bronzen gedenkpenning voor hun groot aantal dienstjaren mochten ontvangen. Als eerste van hen werd aan C. Geurtsen bij zijn 35-jarig dienstjubileum in dienst van de firma B. Hanenberg te Wageningen op 1 mei 1925 een bronzen gedenkpenning uitgereikt. Of deze vroege penningen hetzelfde ontwerp hadden als de officiële gedenkpenning is niet bekend.

Om de exclusiviteit van de onderscheiding te waarborgen zou men mogen verwachten dat de gouden verdienstenpenning niet veelvuldig uitgereikt zou worden. De eerste twintig jaar na vaststelling van het reglement was dat zeker het geval: 1937 2, 1947, 2, 1949 1 en 1952 2. In het jubileumjaar 1955 werd plots aan tien personen dit kostbare kleinood overhandigd.

In het bijschrift van de foto van het geschilderd portret van Van Wijngaarden in het gedenkboek op bladzijde 6 staat dat hij drager van de gouden penning met lauwerkrans was. Dat is de enige vermelding van een lauwerkrans bij deze onderscheiding.

De verdienstenpenning kende twee graden

  1. Gouden penning met lauwerkrans
  2. Gouden penning

De gedenkpenning kende zes graden

  1. Verguld zilver met lauwerkrans
  2. Verguld zilver
  3. Zilver met lauwerkrans
  4. Zilver
  5. Brons met lauwerkrans
  6. Brons

De eerste gedenkpenningen volgens deze graden werden uitgereikt aan/op:

Leden

  1. Verguld zilveren gedenkpenning met lauwerkrans: N.V. Foltu te Amsterdam bij het 100-jarig bestaan, jubileumdatum 27 februari 1932
  2. Verguld zilveren gedenkpenning: firma Gebroeders Metz te Zaltbommel bij het 50-jarig bestaan, jubileumdatum 24 februari 1932

Personeel van leden (met lauwerkrans)

  1. Verguld zilveren gedenkpenning met lauwerkrans: P.A. Wernink bij het 50-jarig dienstjubileum in dienst van de N.V. Wernink’s Kalkfabrieken te Leiden, datum uitreiking 5 januari 1938
  2. Zilveren gedenkpenning met lauwerkrans: A.F. Nap bij het 40-jarig dienstjubileum in dienst van de N.V. v/h Fa. Mees te Groningen, datum uitreiking 10 april 1934
  3. Bronzen gedenkpenning met lauwerkrans: B.H. van Kruiselbergen bij het 45-jarig dienstjubileum in dienst van de N.V. v/h H.A. Bürmann te Amsterdam, datum uitreiking 25 september 1937

Personeel van leden

  1. Verguld zilveren gedenkpenning: L.C. Boezaart bij het 25-jarig dienstjubileum in dienst van de firma P. Fontein & Zn. te Leiden, datum uitreiking 24 februari 1932
  2. Zilveren gedenkpenning: A.J. Uljee bij het 25-jarig dienstjubileum in dienst van de firma Wijers & Co. te Nijmegen, datum uitreiking 21 oktober 1932
  3. Bronzen gedenkpenning (volgens het reglement van 1932): W. Kooyman bij het 35-jarig dienstjubileum in dienst van de N.V. Van Wijngaarden & Co. te Rotterdam, datum uitreiking 7 mei 1932

De decorandi ontvingen bij de penning een gekalligrafeerde oorkonde. De oorkonde was een ontwerp van de bekende kalligrafen gebroeders Jean Gérard Thomas (1858-1938), Thierry Emanuel (1863-1929) en Edouard Nicolas (1868-1945) Grevenstuk.

De gekalligrafeerde oorkonde voor D. van Baarsen B.V. te Amsterdam ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan in 1977.
De heer Oosthoek, directeur van Oosthoek & Zoon’s, Ind. & Handelmij N.V. te Alphen a/d Rijn, (l) reikt aan H. de Vreede (r) de oorkonde uit behorende bij de bronzen penning met lauwerkrans bij gelegenheid van diens veertigjarig jubileum op 20 september 1968. Foto Wim Dijkman. Collectie Oud Zoeterwoude.


De gedenkpenning wordt tegenwoordig niet meer uitgereikt. De laatste levering van Koninklijke Begeer aan de HIBIN was in 1997. De jubilarissen ontvangen alleen nog een oorkonde. De oorkonde is opnieuw vormgegeven.

Bij de jubileumviering in 1955 ontvingen vier oud-voorzitters het gouden voorzittersembleem. De oud-voorzitters waren successievelijk: J.A. van Wijngaarden (1917-1945), W. Winkel (1945-1947), C.C.J. Wernink (1947-1951) en G.P. van Loon (1951-1953). Hoe deze onderscheiding eruit zag, is niet bekend. Ook niet of hij na 1955 nog eens werd uitgereikt.

Op 10 oktober 2017 ontvingen de dames H. van der Valk-Herrewijnen, L. van Herk-Abrahamjan en Chr. Van der Wekken-Deurloo werkzaam bij Bouwcenter Esselink te Middelharnis een oorkonde bij gelegenheid van hun 25-jarig dienstjubileum. Een gedenkpenning werd niet meer uitgereikt. Foto: Hans Villerius. Eilanden-Nieuws 11 oktober 2017.

Het erelidmaatschap valt weliswaar buiten het bestek van dit artikel maar wordt genoemd. Het was een niet-materiële vorm om personen ‘die niet of niet meer in de handel in bouwmaterialen werkzaam zijn en wegens hun diensten aan de vereniging bewezen’ dank te zeggen. Het was H.H. de Haan (1854-1943), bestuurslid 1905-1918, in Nijmegen die deze eer in 1919 als eerste te beurt viel.

Een traditioneel vormgegeven penning

De voorzijde van de penning is traditioneel vormgegeven. Het hoofdmotief - een gevleugelde vrouwenfiguur - is centraal geplaatst en hieromheen symbolische elementen met betrekking tot de geschiedenis van de HIBIN binnen het rondschrift als omlijsting.

Op de voorzijde staat in reliëf een gevleugelde vrouw als Victoria - de Romeinse godin van de overwinning, in de Griekse mythologie Nikè genoemd, in haar rechterhand haar attribuut de lauwerkrans; in haar linker de symbolen van Mercurius, de Romeinse god van de handel, een met slangen omkronkelde gevleugelde staf en ronde hoed - die een trap afdaalt. Links van Victoria een schip, een viertal fabrieksschoorstenen en de hoorn des overvloeds en rechts van haar de skyline van de stad Utrecht - NS-hoofdkantoor De Inktpot, de Domtoren en de Buur-toren -, een drietal Amsterdamse grachtenpanden en het wapenbord met de initialen H |V v i N | B. Het rondschrift: VEREENIGING·VAN·HANDELAREN·IN·BOUWMATERIALEN·IN·NEDERLAND.

Utrecht is afgebeeld omdat de vereniging in die stad werd opgericht en statutair de vestigingsplaats was. In Amsterdam was kantoor gevestigd. Gestileerd de panden Keizersgracht 9-11-13 in de hoofdstad.

De penning werd geslagen in goud, verguld zilver, zilver en brons.

Op de rand van de zilveren exemplaren uitgereikt op 1 mei 1939 en op 1 september 1949 staat gegraveerd ZILVER. Op een penning uitgereikt op 15 juli 1965 staat op de traptrede (waarop de rechtervoet van godin Victoria rust) links verdiept het meesterteken van Van Kempen & Begeer - gekroond VKB (het meesterteken sinds 1960) - en rechts het gehaltezwaardje. Het meesterteken en het zilverkeurteken zijn niet eerder dan 1960 op de penning aangebracht. Op de penning van 1 augustus 2002 ontbreken beide tekens weer.

Een andere wijziging in het oorspronkelijke ontwerp die op zijn vroegst in 1960 werd aangebracht, is de wijziging van de initialen H |V v i N | B. in het wapenbord rechts van Victoria. Deze initialen zijn gewijzigd in HIBIN. Een wijziging die ook op de oorkonde van de gebroeders Grevenstuk werd doorgevoerd.

Niet gewijzigd werd het woord vereniging in de verenigingsnaam. Er werd vastgehouden aan de oude spelling ‘Vereeniging’, terwijl de dubbel ee aan het eind van open lettergrepen in de spelling-Marchant uit 1934 was veranderd in een enkele e. Het duurde tot 2002 en misschien wel tot 2005 toen de vereniging het predicaat Koninklijk ontving en in de statutaire naam het woord Koninklijke werd opgenomen.

De fabrikant van de penning was de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken Gerritsen en Van Kempen in Zeist.

Op grond van de literatuurverwijzing in de monografie over de medailleur en stempelsnijder Johannes Cornelis Wienecke (1872-1945) [2017] zou aangenomen moeten worden dat de Koninklijke Utrechtsche Fabriek van Juweelen Zilverwerken en Penningen van C.J. Begeer de fabrikant was, hetgeen echter onjuist is. Het gaat hier om de keerzijde van de penning en de bij de penning behorende losse lauwerkrans.

Op de keerzijde van de penning staat rond de ruimte voor inscriptie een gestileerde eikenkrans. In de monografie over Wienecke wordt op p. 336-337 onder cat.nrs. 123, 123 a en 123b een penning van de Utrechtse Handelsvereniging met de Utrechtse Domtoren beschreven. Van die penning zijn drie verschillende keerzijdes bekend. 123b is identiek aan de keerzijde van de gedenkpenning van de HIBIN. De fabrikant van die penning was de Koninklijke Utrechtsche Fabriek van Juweelen Zilverwerken en Penningen van C.J. Begeer.

Gezegd wordt dat de keerzijde een typisch Begeer-product was. Maar ook de vierdelige eiken- en lauwerkrans rond de ruimte voor inscriptie waarover dit wordt gezegd, staat op de keerzijde van penningen van Gerritsen & Van Kempen.

Het tweede gegeven waardoor betwijfelt zou kunnen worden dat de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken Gerritsen en Van Kempen de fabrikant was, is de lauwerkrans.

Bij bepaalde jubilea werd als extra eerbetoon bij de penning een losse lauwerkrans gevoegd. Die lauwerkrans is identiek aan de lauwerkrans op de keerzijde van de geboortepenning naar ontwerp van J.C. Wienecke bij gelegenheid van de geboorte van prinses Beatrix op 31 januari 1938.

Die penning staat afgebeeld in de monografie over Wienecke op p. (470) onder cat.nr. 410. In de beschrijving op p. 471 wordt Begeer als fabrikant opgegeven. In de bijbehorende literatuuropgave wordt verwezen naar A.J. Bemolt van Loghum Slaterus, De penningen betreffende het Koninklijk Huis 1909-1948, Jaarboek voor Munt-en Penningkunde 41 (1954) p. 27-80.

In het genoemde boek worden onder de kop ‘Geboorte van prinses Beatrix’ op p. 67-69 onder de nummers 204-215 de geboortepenningen beschreven. De onder 210 en 211 beschreven penningen zijn van Wienecke. Bemolt van Loghum Slaterus geeft daarbij als fabrikant Gerritsen & Van Kempen, terwijl in de monografie - waarin toch naar Bemolt van Loghum Slaterus wordt verwezen - Begeer wordt vermeld.

Bemolt van Loghum Slaterus beschrijft niet de penning die in de monografie onder cat.nr. 410 staat afgebeeld en beschreven, maar in de monografie wordt opgemerkt dat deze penning een variant is van nr. 211 in de publicatie van Bemolt van Loghum Slaterus op p. 69.

Het feit dat W.K.F. Zwierzina deze penning niet heeft opgenomen in zijn boek ‘Naamlooze Vennootschap Koninklijke Nederlandsche Edelmetaal Bedrijven van Kempen, Begeer en Vos. Koninklijke Begeer. Penningen geslagen of gegoten in de jaren 1880-1935, derde deel 1925-1934’ (’s-Gravenhage 1935) toont aan dat Begeer niet de fabrikant was.

In het voorwoord schrijft hij: ‘Daardoor omvat het thans verschijnende boekwerk alle penningen, vervaardigd van 1880 (het jaar, waarin de Utrechtsche Fabriek van Zilverwerken van C.J. Begeer haar eerste penning sloeg) tot en met 1934.

Conclusie — De fabrikant van de lauwerkrans is de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken Gerritsen en Van Kempen.

Literatuur — A.J. Bemolt van Loghum Slaterus, De penningen betreffende het Koninklijk Huis 1909-1948, Jaarboek voor Munt-en Penningkunde 41 (1954) p. 27-80 - jaarboekvoormuntenpenningkunde.nl/jaarboek/1954/1954d.pdf

Dat de moederstempel van deze penning in bezit is van Koninklijke Begeer B.V., onderdeel van Van Veluw Beheer B.V. te Zeist, stempelnummer 220-94 (oud O 434), is ook verwarrend.

Evenals het meesterteken van Van Kempen & Begeer op de op 15 juli 1965 uitgereikte penning. Die penning werd door de firma C.J. Begeer geslagen, omdat Gerritsen & Van Kempen in Zeist en Van Kempen, Begeer & Vos in Voorschoten in 1960 fuseerden.

Dat de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken Gerritsen en Van Kempen in Zeist wel degelijk de fabrikant van de HIBIN-penning was, wordt extra ondersteund door dat de bij gelegenheid van een 25-jarig jubileum op 1 maart 1942 en op 1 september 1949 uitgereikte penningen in de originele etuis van Gerritsen & Van Kempen liggen.

Bronzen penning met losse lauwerkrans. In het gedenkboek uit 1955 wordt op p. 417-418 geen uitreiking van een bronzen penning met lauwerkrans op 1 maart 1942 vermeld. Foto Karel de Geus Muntveilingen B.V., veiling 48, 4-5 november 2019, lotnummer 1032.

Het Nederlands Economisch Penning Kabinet (NEPK), ondergebracht bij de Erasmus University Rotterdam, noemt eveneens Van Kempen & Begeer als fabrikant van de penning. Het NEPK heeft in haar collectie onder inventarisnummer 0523 een penning uitgereikt bij een 25-jarig jubileum op 15 juli 1965. Op grond van deze informatie zijn de twee penningen in de collectie van De ZilverKamer Zeist opgenomen.

Gedenkpenning van 1 september 1949 aangeboden op www.catawiki.com/en/l/40962631-the-netherlands-penning-1949-vereeniging-van-handelaren-in-bouwmaterialen-nederland-silver. Op 1 september 1949 werd een zilveren gedenkpenning met lauwerkrans uitgereikt aan K.J. Bottema bij zijn 25-jarig dienstjubileum in dienst van de N.V. Concordia te Meppel.

De penning is niet gesigneerd en daarmee is helaas de naam van de medailleur niet bekend. In het kloeke ‘Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Vereeniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland (HIBIN)’ (1955) wordt geen woord aan hem besteed.

Evenmin staat de naam van de ontvanger op de penning vermeld. In het gedenkboek staan wel bijna alle namen van de zaken en personen die tot 1955 een gedenkpenning mochten ontvangen. Onderzoek in de gedigitaliseerde historische Nederlandse kranten op de website Delpher van de Koninklijke Bibliotheek levert veel treffers op.

Beschrijving van de zilveren penning met lauwerkrans van De ZilverKamer Zeist

Voorzijde: In reliëf Victoria - de Romeinse godin van de overwinning, in de Griekse mythologie Nikè genoemd, voorgesteld als een gevleugelde jonge vrouw; in haar rechterhand haar attribuut de lauwerkrans; in haar linker de symbolen van Mercurius, de Romeinse god van de handel, een met slangen omkronkelde gevleugelde staf en ronde hoed - die een trap afdaalt. Links van Victoria een schip, een viertal fabrieksschoorstenen en de hoorn des overvloeds en rechts van haar de skyline van de stad Utrecht - NS-hoofdkantoor De Inktpot, de Domtoren en de Buur-toren -, een drietal Amsterdamse grachtenpanden en het wapenbord met de initialen H |V v i N | B. Het rondschrift: VEREENIGING·VAN·HANDELAREN·IN·BOUWMATERIALEN·IN·NEDERLAND.

Keerzijde — Inscriptieruimte binnen een krans 1879 1 MEI 1939
Op de rand — ZILVER
Bijzonderheid — Om de penning separaat een krans - symmetrisch van opzet - gevormd door twee lauriertakken verbonden door een lint.
Medailleur — Onbekend
Gesigneerd — Nee
Fabrikant — Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken Gerritsen en Van Kempen
Fabricageplaats — Zeist
Doorsnede penning — 52 mm
Doorsnede lauwerkrans — 65 mm
Dikte penning — 3 mm
Dikte lauwerkrans — 3,5 mm
Gewicht penning — 38,6 gram
Gewicht lauwerkrans — 28,2 gram
Totaalgewicht penning en lauwerkrans — 66,8 gram
Materiaal — Geoxideerd zilver
Maakwijze — Geslagen
Decorandus — G. van Winkel die op 1 mei 1939 bij gelegenheid van zijn 60-jarig dienstjubileum in dienst van de N.V. Oosthoek & Zn. in Alphen aan den Rijn een zilveren gedenkpenning met lauwerkrans werd uitgereikt.

Beschrijving van de bronzen penning van De ZilverKamer Zeist


Voorzijde — Als hierboven
Keerzijde — Inscriptieruimte met gestileerde eikenkrans. Geen inscriptie
Medailleur — Onbekend
Gesigneerd — Nee
Fabrikant — Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken Gerritsen en Van Kempen in Zeist
Fabricageplaats — Zeist
Doorsnede penning — 52 mm
Dikte penning — 4 mm
Gewicht penning — 45 gram
Materiaal — Brons
Maakwijze — Geslagen
Opmerking — Dat in de inscriptieruimte op de keerzijde geen datum vermeld staat, wijst erop dat de penning niet werd uitgereikt.

Beschrijving van het etui

De zilveren gedenkpenning in bezit van De ZilverKamer Zeist werd de decorandus in 1939 overhandigd in een bijbehorend etui aangepast aan de losse lauwerkrans behorende bij de penning.

Dat de penning nog in het originele etui ligt, heeft voor de stichting een meerwaarde.
De afmetingen van het etui zijn 97 x 97 x 17 mm (b x d x h).

Aan de buitenkant is het kunststoffen etui zwart van kleur. Aan de binnenzijde is de bodem uitgevoerd in koningsblauw fluweel en de deksel in diezelfde kleur zijden.

De kleuren zwart in combinatie met koningsblauw zijn niet altijd aangehouden. De op www.catawiki.com/en/l/40962631-the-netherlands-penning-1949-vereeniging-van-handelaren- in-bouwmaterialen-nederland-silver aangeboden penning met de datum 1 september 1949 ligt in een etui dat groen aan de buitenkant is en waarvan de binnenzijde bekleed is met beige fluweel en ecru kleurige zijden.

Penning op gedenktafel

In plaats van in een etui werd vanaf midden 60’er jaren de penning uitgereikt vastgezet op een houten plaquette van 110 x 80 x 15 mm (hoogte x breedte x dikte). Dit betekent dat de penning een gladde keerzijde heeft.

In plaats de datum op de keerzijde te vermelden, is er onder de penning op de houten achtergrond een verguld zilveren, een zilveren of een bronzen strip met parelrand van 50 x 15 mm met daarin vermeld de jubileumdatum. Een dergelijke plaquette staat afgebeeld in een catalogus van sportprijzen van Gerritsen & Van Kempen van circa 1950.

Het houtsoort voor de plaquette wisselde in de loop der jaren. Onder andere werd er palissanderhout en walnotenhout gebruikt.

De oudst bekende gedenktafel is te dateren 1965 (strip 1940 15 juli 1965).

Een Zeister tintje aan de HIBIN

In het ‘Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Vereeniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland (HIBIN)’ (1955) worden meerdere ondernemingen binnen de gemeente Zeist genoemd.

  1. N.V. Bouwstoffen v/h N. de Gooyer (lid sinds 1920)
  2. Firma Gebr. Hagens (lid sinds 1938)
  3. C.J.C. Paap (lid sinds 1951)
  4. Bos & Vermeer (bijzonder lid sinds 1952)
  5. Firma K. Nanning (bijzonder lid sinds 1952)
  6. N.V. Schokbeton (buitengewoon lid sinds 1949)
  7. Sintel Cementsteen Centrale (buitengewoon lid sinds 1949)

N.V. Bouwstoffen v/h N. de Gooyer (lid sinds 1920)

Onder de voorzitters van de HIBIN was ook een Zeister ondernemer: Gijsbertus Pieter (Bert) van Loon (1912-2001). Hij was de zesde voorzitter van de vereniging. Hij vervulde deze functie van 19 december 1951 tot 3 december 1953. Daarvoor was hij van 5 maart 1947 tot 19 december 1951 bestuurslid. Hij ontving in 1955 het gouden voorzittersembleem.

Van Loon was getrouwd met Maria (Rie) de Gooijer (1916-2007), een dochter van Nicolaas de Gooijer, handelaar in bouwmaterialen, oprichter/eigenaar van de N.V. Bouwstoffen v/h N. de Gooyer.

In 1930 werd de firma omgezet in N.V. Bouwstoffen v/h N. de Gooijer. Advertentie in De Weekbode op 2 januari 1909.

Een drietal Zeistenaren in dienst bij de N.V. Bouwstoffen v/h N. de Gooijer mocht vóór 1955 bij gelegenheid van hun 25-jarig dienstjubileum een gedenkpenning ontvangen:

  1. P.J. Schoofs, bronzen gedenkpenning, uitgereikt op 25 februari 1949
  2. H.J. de Roos, zilveren gedenkpenning met lauwerkrans, uitgereikt op 1 maart 1951
  3. A. Verweij, bronzen gedenkpenning, uitgereikt op 17 september 1952

De Roos werd bij zijn afscheid als directeur van de N.V. Bouwstoffen v/h N. de Gooijer op 1 maart 1966 bij ‘bevordering’ onderscheiden met de verguld zilveren gedenkpenning.

Firma Gebr. Hagens (lid sinds 1938)

De firma Hagens & v.d. Wiel vestigde zich in 1934 Zeist. De firmanten waren Barend Hagens (1869-1942) en Johannes Pieter van der Wiele (1897-1957) onder de naam N.V. Cementsteenfabriek ‘De Krakeling’. In 1935 werd de zaak voortgezet als Cementsteenfabriek ‘De Krakeling’, firma Gebr. Hagens. Vennoten waren Johannes Jacobus Hagens (1908-72) en Barend Hagens (1912-2003).

Advertentie van de firma Hagens & Van der Wiele. De Zeister Courant op 1 augustus 1934.


Bouwmaterialenhandel C.J.C. Paap & Zoon tweemaal onderscheiden

De gedenkpenningen die de heer C.J.C. Paap (1966) en de firma C.J.C. Paap (1976) mochten ontvangen, is aanleiding om dieper op de geschiedenis van deze plaatselijke onderneming in te gaan. Of de andere genoemde Zeister zaken - bijvoorbeeld N.V. Bouwstoffen v/h N. de Gooijer (opgericht 1909; lid vanaf 1920) en de firma Gebr. Hagens (opgericht 1934; lid vanaf 1938) - een gedenkpenning bij een jubileum na 1955 hebben ontvangen is niet bekend.

Cornelis Jacobus Christiaan Paap (1907-1993) was opgeleid tot bouwkundig opzichter-tekenaar en wilde net als zijn vader architect worden. Zijn vader Jacob Marinus Paap (1880-1938) was in Zeist een bekende architect, daarnaast was hij makelaar en zat hij namens de ARP in de gemeenteraad van van 1919-1927. Een van zijn markanste bouwwerken is de Nieuwe Kerk (1926-1927) aan de Boulevard die hij samen met J.J. van Straalen ontwierp.

Samen met zijn vader besloot Cornelis een handel in bouwmaterialen te beginnen.Dat had het voordeel dat hij het materiaal voor de bouwwerken van zijn vader kon leveren. Zo begon hij in 1926 op negentienjarige leeftijd een eigen onderneming op het terrein aan de Jufferstraat 1. Hij hield kantoor in de ouderlijke woning op het adres Herenlaan 11 en in de jaren 1927-1929 Woudenbergseweg 8. Na zijn huwelijk in 1929 met Anna Neeltje Geldof (1904-1979) werd Herenlaan 11 naast het woonadres weer het kantooradres.

In 1926 verplaatste hij zijn zaak van de Jufferstraat naar de Torenlaan 16, maar al spoedig verhuisde hij naar het tegenoverliggende terrein 13-15. Op de nieuwe locatie kon Paap zijn bedrijf in 1929 aanzienlijk uitbreiden met de overname van een betonfabriek.

linksboven: Advertentie in De Zeister Courant op 23 oktober 1926. rechtsboven: Advertentie in De Zeister Courant op 20 juli 1929. linksmidden: Advertentie in het adresboek van Zeist van 1928. linksonder: Advertentie in het adresboek van Zeist van 1930.

Nadat het hem was gelukt het terreinTorenlaan 13-15 - dat zich van de Torenlaan tot de Emmastraat uitstrekte - aan te kopen, bouwde hij er een opslagplaats en kantoor met bovenwoningen. De Zeister Courant deed van de nieuwbouw op 17 december 1932 uitvoerig verslag.

Uitbreiding firma Corn. J.C. Paap. De zaak in bouwmaterialen en betonwerken van de firma Corn. J.C. Paap, aan de Torenlaan No. 15 alhier, onderging een belangrijke uitbreiding. Voor toegang tot deze zaak is thans een poortgebouw opgericht. Aan de linkerzijde bevindt zich het kantoor en aan de rechterzijde is een toonkamer aangebracht, waarin verschillende bouwmaterialen zijn geëtaleerd. De sorteering in diverse soorten en kleuren van tegels, o.a. daarin aanwezig, is schitterend. Men kan daar maar uitzoeken hoe men zijn schoorsteenmantel, vloer of lambrizeering wil bekleeden.

Onder de overdekte poortdoorgang en daarachter zijn diverse bergplaatsen voor materialen aangebracht, die droog moeten gehouden worden; zooals portland-cement, kalk, etc.
Achter de gebouwen bevindt zich een terrein van circa 2000 M² oppervlakte, dienende voor werkterrein en opslag, dat ook weer een breede uitgang aan de Emmastraat heeft.
We namen de diverse betonwerken, die daar door deze firma zelf worden vervaardigd, zooals allerlei soorten putten en betonrioolen in diverse afmetingen, in oogenschouw. Verder ontbreken voorraden van soorten steenen en pannen niet.

Door deze firma, die zich ook belast met het maken en uitvoeren van allerlei betonwerken, werden de gewapende betonfundeering, de betonbalken en de betonvloeren zelf aangebracht. De aannnemer A.J. v. Seventer Jzn. zorgde voor de uitvoering van metsel-, timmer-, stucadoor-, schilder- en behangerswerken, terwijl het electrisch licht werd aangelegd door de firma J. Coljee en het sanitair gedeelte werd verzorgd door de firma C. Geytenbeek, allen alhier.

Het geheel maakt een soliede, practische en aangename indruk. Door het vroegere opslagterrein aan den weg aan het oog te onttrekken door het aanbrengen van dit poortgebouw, is men er tevens in geslaagd niet weinig mede te werken tot het verfraaien van de Torenlaan. Wij raden menschen in het vak aan er eens een kijkje te gaan nemen en wenschen de firma Corn. J.C. Paap geluk met deze groote verbetering, niet twijfelende of zij zal veel bijdragen tot nog grooteren bloei van deze zaak.

Bericht in De Banier op 5 mei 1931 betreffende de aanleg van een zwembad op het landgoed Vollenhove (De Bilt).
Advertentie in het adresboek van Zeist van 1966.

Na veertig jaar moest Bouwmaterialenhandel Paap BV, zoals intussen de handelsnaam luidde, in verband met de realisering van het plan tot herstructurering van het centrumgebied Voorheuvel - Steynlaan - Slotlaan - 1e Hogeweg – net als zoveel andere bedrijven die in dit gebied waren gevestigd – naar elders verhuizen.

Op 29 maart 1974 werd de nieuwgebouwde vestiging aan de Leeuweriklaan 2 in Zeist-West door de heer Paap senior officieel geopend. Tot 1980 bleef de gerommeerde bouwmaterialenhandel van Paap hier gevestigd.

De uitreiking op 28 januari 1966 van de verguld zilveren gedenkpenning met oorkonde aan C.J.C. Paap bij gelegenheid van zijn 40-jarig jubileum bij de firma Bouwmaterialenhandel C.J.C. Paap & Zoon. V.l.n.r. mr. G.L. Griffioen, directeur-secretaris van de HIBIN, procuratiehouder H.W. Ruijssenaars en de beide directeuren C.J.C. Paap en J.M. Paap. Paap junior (1936) was in 1956 in het bedrijf gekomen. Tien jaar later ontving Bouwmaterialenhandel Paap B.V. deze gedenkpenning in verband met het 50-jarig bestaan.
Inzet — Advertentie in de Nieuwe Zeister Courant op 26 januari 1966.
links: De plaquette met de verguld zilveren gedenkpenning uitgereikt bij gelegenheid van het 40-jarig jubileum van C.J.C. Paap bij Bouwmaterialenhandel C.J.C. Paap & Zoon op 28 januari 1966. Particuliere collectie.
rechts: De plaquette met de verguld zilveren gedenkpenning HIBIN uitgereikt bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van Bouwmaterialenhandel Paap B.V. op 28 januari 1976. Particuliere collectie.
Links de oorkonde behorende bij de verguld zilveren gedenkpenning uitgereikt aan C.J.C. Paap bij zijn 40-jarig jubileum bij Bouwmaterialenhandel C.J.C. Paap & Zoon in 1966. Rechts de oorkonde behorende bij de verguld zilveren gedenkpenning uitgereikt aan Bouwmaterialenhandel Paap B.V. bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan in 1976. Particuliere collectie.

In het goudenjubileumjaar 1976 van Bouwmaterialenhandel C.J.C. Paap & Zoon ontving ook zijn procuratiehouder H.W. Ruijssenaars bij gelegenheid van zijn 25-jarig dienstjubileum op 1 mei de gedenkpenning met oorkonde van de HIBIN.