Op de eettafel staat zilver altijd chic. Niet alleen het zilveren tafelbestek siert de dis maar ook serviesgoed, zoals zilveren schalen, kandelaars en bloemvazen. Een klein maar smaakmakend onderdeel van het tafelservies is het tafelgarnituur. Het tafelgarnituur kan bestaan uit een peper- en zoutstrooier tot een uitgebreide set met een olie- en een azijnflesje, een mosterdpotje, een peper- en een zoutstrooier of in plaats van een zoutstrooier een zoutbakje, maar altijd met een standaard.
Als alternatief voor de standaard - een plateau met hengsel - werd door de fabrikant een bijpassend dienblad aangeboden om de verschillende bij elkaar behorende containers voor de specerijen op te plaatsen. Dit wordt een tafelstel genoemd. Om hygiënische redenen ziet men tegenwoordig niet meer dat het zout in een bakje met een schepje wordt geserveerd.
De niet-Nederlandse benamingen die men in catalogi, in museale beschrijvingen - op het internet (Catawiki en Marktplaats) - enzovoorts vindt voor tafelgarnituur en tafelstel - waarbij dit onderscheid meestal niet wordt gemaakt - kunnen heel verschillend zijn. Het meest wordt cruet en menage gebruikt.
Cruet (Engels) — Menage en Essig- und Öhlgestell (Duits) — Menage (Deens) — Ménagère en ensemble huile et vinaigre (Frans) — Oliere (Italiaans) — Vinagreras (Spaans)
In de collectie van Stichting De Zilver-Kamer is een vijfdelig verzilverd tafelstel met kobaltblauw glaswerk op een dienblad opgenomen, dat voor het overgrote deel in de Deense Gerofabriek is geproduceerd.
De Gerofabriek opende in 1922 in Kopenhagen (Denemarken) een fabriek, waar voorwerpen voor de Deense markt werden geproduceerd. In verband met de gewijzigde economische omstandigheden in Denemarken werd in 1927 de fabricage naar Zeist overgeplaatst. De fabriek in Kopenhagen werd tenslotte in 1933 gesloten. Het tafelstel is daarmee te dateren tussen 1922-1927.
Dezelfde stijl en toch verschillend
In een catalogus uit 1927 van de Deense Gerofabriek - De Zilver-Kamer mocht deze catalogus in september 2021 als schenking ontvangen - staan vier verschillende modellen tafelstellen - in het Deens menagegarniturer genoemd - in Gero-zilver afgebeeld, waaronder het tafelstel in de collectie van De Zilver-Kamer.
Behalve in de al genoemde catalogus uit 1927 die De Zilver-Kamer recentelijk (september 2021) mocht verwerven, staat het tafelstel in nog drie catalogi. Twee Nederlandse catalogi van Gero-zilver - een uit circa 1925 en de ander uit 1931 - en de derde is een Deense catalogus met Gero-tin, eveneens uit circa 1925.
In de twee Nederlandse catalogi wordt een vijfdelig tafelstel op een driehoekig dienblad afgebeeld dat een combinatie vormt van de modellen 1713 en 1715. Het zoutbakje in model 1713 en de overige onderdelen in model 1715. Het dienblad is model 1751 (staat niet de Deense catalogus). In de Deense catalogus staan de onderdelen van het tafelstel op een rij afgebeeld, waarbij een rond peperbakje.
De tafelstellen met modelnummers 1713 en 1715 zijn vormgegeven in de Hollandse Lodewijk XVI-stijl, die vernoemd is naar de Franse koning Lodewijk XVI die regeerde van 1774-1792. In Nederland werd die stijl toegepast in de periode van circa 1770 tot circa 1800, maar daarna tot in de twintigste eeuw nagevolgd.
De stijl is elegant, slank en symmetrisch en wordt gekenmerkt door versieringen als guirlandes, strikken, rozetten, medaillons, ramskoppen en mascarons. De versiering op het tafelstel uit de Gerofabrieken bestaat uit guirlandes en rozetten.
Het verschil tussen beide modellen is dat de monturen van model 1713 op bolpootjes staan en van het model 1715 op een standring. Het bolpootje past beter bij de Lodewijk XVI-stijl dan de standring. Het maakt het juist elegant, terwijl de standring iets robuusts geeft.
In modelnummer 1713 waren verkrijgbaar: een olieflesje (herkenbaar aan de afgevlakte top), een azijnflesje (herkenbaar aan de puntige stop) (afgebeeld), een mosterdpotje, daarbij was keuze uit twee modellen: een model met een laag montuur (39 millimeter) en een rand aan de onderkant van het deksel (l) en een model met een hoog montuur (48 millimeter) maar zonder rand aan de onderkant van het deksel (r), een peperstrooier en twee modellen zoutbakje met keuze uit een rond (l) en ovaal (r) model.
De kobaltblauwe glazen flesjes, de potjes en het bakje waren gevat in verzilverde - Gero-zilver is namelijk verzilverd - monturen. Blauwtinten combineren perfect met zilver. Voor sommigen is dit de mooiste combinatie.
Een ‘verborgen’ verschil is dat de monturen van het tafelstel met bolpootjes van De Zilver-Kamer geen bodemplaat hebben. Het tafelstel met standring dat op Catawiki staat - daar menageset genoemd - heeft dat wel.
In de Nederlandse catalogus van 1931 worden van de verschillende onderdelen van de modellen 1713 en 1715 de prijzen opgegeven. Het olieflesje kostte ƒ 4,50, het azijnflesje ƒ 4,50, het mosterdpotje ƒ 6,00, de peperstroier ƒ 2,50, het zoutbakje ƒ 2,50 en het blad ƒ 12,00.
Ongeveer vijftien jaar werd deze set geproduceerd.
Beschrijving van het tafelstel van De Zilver-Kamer
Kobaltblauw olieflesje los in een verzilverd montuur met een in zes facetten geslepen stop waarvan de top is afgevlakt. Het montuur staat op vier bolpootjes. Het montuur is op de zijkant gemerkt met in een rechthoek GERO en in een rond kader twee liggende torens. Grootste hoogte 153 millimeter.
Kobaltblauw azijnflesje los in een verzilverd montuur met een puntige in zes facetten geslepen stop. Het montuur staat op vier bolpootjes. Het montuur is op de zijkant gemerkt met in een rechthoek GERO en in een rond kader twee liggende torens. Grootste hoogte 15 millimeter.
Verzilverd mosterdpotje met een los kobaltblauw glazen inzetpotje en met scharnierende deksel waarin een opening voor een lepeltje. Het montuur staat op vier bolpootjes. Hoogte van het montuur 39 millimeter. Het montuur is op de zijkant gemerkt met in een rechthoek GERO en in een rond kader twee liggende torens. Grootste hoogte 65 millimeter. Er is een verschil in de hoogte van het montuur van deze twee potjes. Een montuur meet 39 millimeter en het ander montuur 48 millimeter.
Verzilverd mosterdpotje met een los kobaltblauw glazen inzetpotje en met scharnierende deksel waarin een opening voor een lepeltje. Het montuur staat op vier bolpootjes. Hoogte van het montuur 48 millimeter. Het montuur is op de zijkant gemerkt met in een rechthoek GERO en in een rond kader twee liggende torens. Grootste hoogte 65 millimeter.
Verzilverde peperstrooier met een los kobaltblauw glazen inzetpotje. Het montuur staat op drie bolpootjes. Het montuur is op de zijkant gemerkt met in een rechthoek GERO en in een rond kader twee liggende torens. Grootste hoogte 59 millimeter.
Verzilverd ovaalzoutbakje met een los kobaltblauw glazen inzetbakje. Het montuur staat op vier bolpootjes. Het montuur is op de zijkant gemerkt met in een rond kader N (Gero jaarletter N = 1923), in een langgerekt zeshoek GERO, in een rond kader 90 en in een duidelijk groter rond kader D, lengte 58 x 35 millimeter. Grootste hoogte 153 millimeter. NB De Zilver-Kamer is in het bezit van twee identieke zoutbakjes.
Verzilverd rondzoutbakje met een los kobaltblauw glazen inzetbakje. Het montuur staat op drie bolpootjes. Het montuur is op de zijkant gemerkt met in een rechthoek GERO en in een rond kader twee liggende torens, diameter 48 millimeter. Grootste hoogte 24 millimeter.
Verzilverd rond blad met een parelrand, gemerkt met in een rechthoek GERO en in een rond kader twee liggende torens, diameter 175 millimeter.
Het Gero-merk in een rechthoek GERO en een rondje met twee liggende torens geeft aan dat de objecten in Denemarken zijn gefabriceerd. De langgerekt zeshoek met GERO betekent dat ze in Nederland zijn gefabriceerd. Wat het rondje met een D voor betekenis heeft, is onduidelijk.
Geen bijbehorende lepeltjes
Bij de setjes werden geen lepeltjes voor het mosterdpotje en het zoutbakje verkocht. Bij uitgebreide tafelbestekken, bijvoorbeeld Haagse Lofje en Hollands Glad, zat een mosterdlepeltje en een zoutlepeltje.
Hoe algemeen gebruikelijk deze kleine bestekonderdelen waren blijkt wel daaruit dat de Solafabriek in 1933 in Sola massief mosterd- en zoutlepeltjes leverde in maar liefst achttien bestekmodellen. Te bedenken dat de Solafabriek de kleinste bestekfabriek was van de drie bestekfabrieken in Zeist.
Bronnen
Veel dank voor de bereidwilligheid voor het beschikbaar stellen van documentatiemateriaal en geven van adviezen aan mw. Annelies Krekel en de heren Erik Rijper en Hans Verhoeven.