Behalve dat de Stichting De Zilver-Kamer objecten wil verzamelen, beschrijven en exposeren, wil zij het leven van de medewerkers op en met elkaar in de zilverfabrieken vastleggen. De impact van de zilverindustrie op Zeist: Zeist als zilverstad. De sportverenigingen vierden hoogtij in de jaren vijftig.
Daartoe wil de Stichting objecten, foto’s, krantenknipsels enzovoorts niet per se in eigendom verwerven. Het fotograferen of scannen kan volstaan. Een voorbeeld hiervan zijn de zeven foto’s horende bij deze publicatie van de wandelsportvereniging van de Gerofabriek, die door mw. J.D. (Coby) Geurs-Hoekstra (1935) te Zeist aan de Stichting werden geleend om gescand te worden. De foto’s zijn genomen tussen 1952 en 1956, de periode dat zij op de Gerofabriek werkzaam was. Mw. Geurs heeft met deze verenigingen in gezelschap van haar zus A.J. (Annie) Schut-Hoekstra (1933-2016) veel wandelingen gemaakt en koestert daar fijne herinneringen aan.
De Gerofabriek (1910/1912-1975) kende een rijk verenigingsleven. In de adresboeken van Zeist van vóór 1940 vindt men al de vermelding van de ‘Vereeniging Het Geropersoneel ’, opgericht in 1924 en afgekort als HeGePe, met de afdelingen:
‘Gero-Gymnastiek Vereeniging’
‘Gero-Sportvereeniging Zilvervogels’
‘Gero-Harmonie’
‘Gero-Mannenkoor’
‘Gero-Tooneelvereeniging’
De wandelsportvereniging was een onderafdeling van de sportvereniging.
Over lange afstanden wandelen werd in vroeger tijden niet als sport gezien. De pionier op het gebied van de wandelsport is Leonard Corneille Dudok de Wit (1843-1913) uit Breukelen. Hij staat nog steeds bekend als Kees de Tippelaar. Zijn rijkdom maakte het hem mogelijk om zich aan de wandelsport over te geven. Als je vóór 1961 op een fabriek werkte, kon men alleen na werktijd en op zondag wandelen. Pas in 1960 werd namelijk de vrije zaterdag ingesteld.
In de jaren dertig mocht de wandelsport zich landelijk in een toenemende belangstelling verheugen. Er werden wandelsportverenigingen opgericht die wandeltochten organiseerden en met hun leden aan wandeltochten elders deelnamen. Het doel van de wandelsportverenigingen was echter breder en droeg ook een beschavingselement in zich: ‘Het gaat niet slechts om de lichamelijke opvoeding, doch tevens om al wandelend te genieten van de natuur, het bezichtigen van cultureele bezienswaardigheden en het bevorderen van beschaafden zang.’
In de Zeister kranten wordt tot 1940 bericht over:
De ‘R.K. Wandelsportvereeniging Saestum’
De ‘Zeister Gymnastiek-, Athletiek- en Wandelsportvereeniging Bato’
De neutrale ‘Wandelsport Vereeniging Willen is kunnen (W.I.K.)’
De neutrale ‘Wandelsportvereeniging Overal te vinden (O.T.V.)’ (Den Dolder)
Naast deze vier verenigingen werd in 1937 nog een neutrale wandelsportvereniging opgericht. De Zeister Courant berichtte hierover op 13 oktober 1937. De naam van de nieuwe vereniging was ‘Wandelsportvereeniging Ready’. Een vereniging die vanaf het begin actief en succesvol was. Over haar wordt althans in de krant meer bericht dan over de andere plaatselijke wandelsportverenigingen. Haar laatste activiteit was de organisatie van de Nationale Herfsttochten op 28 en 29 september 1940 met een parcours in de omgeving van Zeist over 25 km en voor de jeugd 15 km. Ongeveer zeshonderd wandelaars namen aan de wedstrijd deel. Alle deelnemers ontvingen een speciale Herfstmedaille. Uiteraard dringt zich de vraag op: waar werden deze medailles geslagen? Bij Gerritsen & Van Kempen of door de Gerofabriek? Er zal vast en zeker een exemplaar bewaard zijn gebleven.
Na 1940 wordt niets meer over ‘Ready’ vernomen. Over ‘Saestum’ en ‘O.T.V.’ staan in 1941 de laatste berichten in de krant. Toch werden in 1941 nog drie nieuwe verenigingen opgericht:
De neutrale ‘Zeister Wandelsportvereeniging Virtus’
De christelijke ‘Wandelsportvereeniging Nooit te ver (N.T.V.)’
De christelijke ‘Korfbal- en wandelsportvereeniging Recht door Zee (R.D.Z.)’
De Duitse bezetter vaardigde in 1941 een wandelverbod uit voor de zomermaanden. Vanaf 1942 was het zelfs het hele jaar verboden om in groepsverband te wandelen. Waarschijnlijk zijn daardoor verschillende Zeister wandelsportverenigingen ter ziele gegaan. Na de oorlog werd in 1945 de vereniging ‘n.t.v.’ door de oud-leden heropgericht.
De Sticht Gooise Wandelsport Bond (sgwb) organiseerde in 1940 als alternatief voor het niet doorgaan van de Nijmeegse Vierdaagse een avondvierdaagse. Dat jaar werden in zes plaatsen de eerste avondvierdaagsen gehouden en het jaar daarop al in 21 plaatsen.
In Zeist organiseerde ‘R.D.Z..’ in de oorlogsjaren twee keer een avondvierdaagse voor haar leden en donateurs. ‘Individueel wandelen’ was het alternatief dat de Nederlandse Wandelbond (NWB) in 1942 zijn leden adviseerde om het wandelverbod in groepsverband te omzeilen. Het is onduidelijk of de eerste keer in 1942 of 1943 was, maar de tweede keer in ieder geval in juli 1944. In 1946 werd de avondvierdaagse in Zeist voor iedereen opengesteld. De belangstelling voor het wandelevenement nam in de loop der jaren toe. Van 338 in 1946 tot 1727 in 1955.
In 1950 kende Zeist vijf wandelsportverenigingen:
Chr. W.S.V. Recht door Zee
Chr. W.S.V. Nooit te ver
R.K. W.S.V. Saestum
W.S.V. De Pyramidekanters (Austerlitz)
Neutrale W.S.V. Zeist
Over een zesde vereniging ‘hsk’ die in 1952 in de krant wordt genoemd, is niets bekend.
De zeven foto’s van mw. Geurs betreft wandelingen in de jaren tussen 1952 en 1956 waaraan door de wandelsportvereniging van het personeel van de Gerofabriek werd deelgenomen. Deze jaren vallen in de periode van de Wederopbouw. De mensen hadden niet zoveel geld om aan luxe zaken te besteden. Vakantie naar het buitenland zat er voor de meesten niet in. Het autobezit was vooral voorbehouden aan de gegoede stand. In 1956 reden er 300.000 auto’s in Nederland. In het grootste deel van de huishoudens vond men nog geen televisie.
Wandelen was dan ook een recreatieve manier om meer van Nederland te ontdekken. Het was ook een goedkope sport: een paar stevige schoenen en een paar sokken.
Het verbaast niet dat in een plaats als Zeist waar zoveel mensen al enkele decennia enthousiast de wandelsport beoefenden, er Gero-medewerkers waren die deze sport graag samen met collega’s wilden beoefenen. De Gero-wandelsportvereniging wordt voor het eerst genoemd in een krantenbericht van 8 juni 1949. En verder worden daarin genoemd de wandelsportverenigingen van:
Het Zeister Ziekenhuis Atalante
De transportcolonne van het Rode Kruis
Aan de hand van de foto’s en krantenberichten krijgt men een indruk van een aantal wandelingen waaraan in de jaren vijftig werd deelgenomen:
Wandeltocht in Scherpenzeel (1952)
Avondvierdaagse in Zeist (1952, 1953 en 1955)
Rode Kruiswandeltocht (1952 en 1955)
BLOZ-sportweek (1953)
Wandeltocht in Rhenen (1953)
Airborne Wandeltocht (1955 en 1956)
Nijmeegse Vierdaagse (1956 en 1958)
De Gero-sportvereniging, onder wiens auspiciën de wandelsportvereniging functioneerde, organiseerde op 10 oktober 1953 wandeltochten waaraan door een recordaantal van 2775 wandelaars werd deelgenomen. Er waren drie parcoursen uitgezet: 20, 15 en 10 km. Alle deelnemers ontvingen als herinnering aan deze Gero-wandeltochten een zilmeta theelepeltje (zie afbeelding aan het eind van het artikel).